Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993

 

Artikel 21
1
Indien bij de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering bedoelde ambtenaren een ernstig vermoeden bestaat dat de houder van een certificaat voor het geven van rijonderricht niet langer voldoet aan de bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde eisen van bekwaamheid doen zij daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan Onze Minister onder vermelding van de feiten en omstandigheden die aan het vermoeden ten grondslag liggen.
2
Onze Minister besluit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee weken na ontvangst van de in het eerste lid bedoelde schriftelijke mededeling, of betrokkene zich al dan niet dient te onderwerpen aan een onderzoek dat erop is gericht na te gaan of hij voldoet aan de bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde eisen van bekwaamheid.
3
Indien naar het oordeel van Onze Minister geen onderzoek vereist is, kan hij betrokkene overeenkomstig bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde regels de verplichting opleggen tot het afleggen van een toets bij het instituut binnen een door hem vastgestelde termijn. De aan het afleggen van een toets verbonden kosten komen ten laste van betrokkene.
4
Voor zover het besluit, bedoeld in het tweede lid, inhoudt dat betrokkene zich dient te onderwerpen aan een onderzoek wordt daarbij bepaald door welke deskundige of door welke deskundigen het onderzoek zal worden verricht.
5
Onze Minister deelt het besluit, bedoeld in het tweede, derde en vierde lid, mede aan degene die de schriftelijke mededeling, bedoeld in het eerste lid, heeft gedaan.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •